De economie van een land, de wereldeconomie moeten blijven groeien. Ieder jaar moeten we meer uitgeven om de economie te laten groeien. Echter tijdens de economische crisis is het consumentenvertrouwen gedaald en geven we minder uit dan voor de crisis.
De rente werd jarenlang verlaagd en regels voor banken werden versoepeld om de economie te stimuleren. Zo werd het mogelijk om meer geld te lenen en meer geld uit te geven. Niet alleen voor een duurder huis maar ook voor een tweede auto, een extra vakantie en een smartphone. De economie werd aangejaagd tot de bubbel barstte.
Wanneer de financiële crisis in Europa en de wereld weer voorbij is, het consumentenvertrouwen is hersteld en de economie weer opgang komt gaan banken weer geld uitlenen. Aan elkaar, aan overheden en aan consumenten. Geld lenen is geen probleem, alleen moet het wel (inclusief rente) worden terugbetaald. En daar gaat het mis; overheden en consumenten lenen niet alleen om te investeren in de toekomst, een eigen bedrijf te beginnen of een opleiding te volgen, maar ook om te consumeren. Overheden gebruiken het geld voor sociale verzekeringen, hypotheekrenteaftrek of het voeren van oorlog, in plaats van voor onderwijs en infrastructuur.